Het Franse Deux-Sèvres is het land van water, bocage en lieflijke valleien. Water is alom tegenwoordig in de Franse regio Deux-Sèvres, om te beginnen met de twee naamgevende rivieren. En niet te vergeten in de Marais Poitevin, een indrukwekkend moerasgebied ten westen van Niort (“Grand site national”). Of de vele waterplekken in de Pays de Gâtine (rondom de vele kastelen). Kenmerkend voor de Deux-Sèvres is het dichte net van wegen en weggetjes, paden en paadjes. Allemaal omdat het land vruchtbare rode klei en donkere aarde heeft, en weinig rotsrijk van aard is. Een paradijs dus voor tekenaars en schilders, vissers, wandelaars, vogelliefhebbers, fietsers en golfers. Maar ook voor al diegenen die even weg willen van drukte en de rust van het platteland zoeken, dat nog oorspronkelijk aan doet, en dat zonder daar al die andere toeristen tegen te willen komen. In deze blog bespreek ik de mooiste steden en bezienswaardigheden in Deux-Sèvres.
Overnachten in deze omgeving kan o.a. in:
Mooiste steden in de Deux-Sèvres
Niort
Niort is belangrijk economisch centrum in dit gebied. Overblijfsel uit het verleden is Niort”s oude stadscentrum, uitermate geschikt om te flaneren, om vervolgens te wandelen langs de kades van de Sèvre Niortaise naar de Marais, het moeras. Ooit een actieve havenstad, bevrijd bij de gratie van Aliénor d”Aquitaine, maakte de stad Niort een bloeiperiode door in de Middeleeuwen en beschikte ooit over de grootste overdekte hallen van het koninkrijk. In de huidige hallen van de hand van architect Baltard, daterend uit de negentiende eeuw en uit glas en metaal opgetrokken, wordt elke donderdag- en zaterdagochtend markt gehouden. Vroeger was er ook een bloeiende leer-industrie, gevestigd langs de oevers van de Sèvre Niortaise. De stad Niort wordt verder gesierd door een groot aantal negentiende en twintigste eeuwse gebouwen opgetrokken uit kalksteen, die haar een karakteristiek Frans, maar ook zuidelijk uiterlijk verlenen. Beroemde namen uit Niort”s geschiedenis zijn Aliénor d”Aquitaine (die samen met haar zoon Richard Leeuwenhart de Donjon liet bouwen), Françoise d”Aubigné ofwel Markiezin de Maintenon, geboren en getogen in Niort alvorens de maîtresse van Lodewijk de veertiende te worden. Andere bezienswaardigheden zijn de pittoreske straatjes met hun oude huizen, waaronder vakwerkhuizen, de kerk van Notre Dame (hoge gothiek), de “Pilori”, het Middeleeuwse stadhuis en le Logis de l”Hercule, een Middeleeuwse herberg. Het huidige stadhuis (met een prachtige uitbouw die eind twintigste eeuw is gerealiseerd), het Cultureel Centrum en het Museum d”Agesci zijn ook zeker de moeite waard.
Parthenay
Parthenay, de hoofdstad van de Pays de Gâtine (in het centrum van het departement), is een prachtig Middeleeuws stadje. Meer dan dertig verdedigingstorens, vier toegangstorens en de één kilometer lange verdedigingswal maken van Parthenay een soort tweede Carcassonne. De kleine, slingerende straatjes die zo kenmerkend zijn voor Middeleeuwse steden voeren langs vakwerkhuizen met originele baksteen en de Romaanse kerken van Parthenay, zoals de kerk Parthenay le Vieux, horen tot de “chefs d”œuvre” van de Romaanse kunst uit de Poitou. Als je deze kerk bezoekt, let dan vooral op “Le Cavalier” (facade).
Thouars
La douce Angevine: Beïnvloed door de Anjou, maar haar ligging midden in de Poitou, maken de stad Thouars zacht en streng tegelijkertijd. Gebouwd op een hoge rots, kijkt Thouars uit over de Vallei van de rivier Thouet en die positie verleent haar een majestueuze uitstraling. In de kronkelende straatjes van de oude binnenstad gaan huizen met leien daken zij aan zij met huizen met de traditionele romaanse pannen. Aan het begin van de vorige eeuw, werd Thouars in de “Atlas pittoresque de la France” vergeleken met Toledo. De strategische situatie van Thouars zorgde ook voor de vele veldslagen die Engelse en Franse koningen hebben gevoerd om het bezit van de stad. De Hertogen van Trémoïlle (vaak geallieerd aan het koningshuis) waren er heer en meester en men kan in Thouars nog de overblijfselen zien van het militaire verleden. Zoals de Toren van de Prins van Wales en de Porte au Prévôt, kenmerkend voor de Engelse bouwstijl. In het Renaissance kasteel (XV eeuw) is het mooiste lycée van Frankrijk gevestigd en in de Kerk van Saint Laon (met zijn klokketoren) is Marguerite van Schotland (eerste echtgenote van Lodewijk XI) begraven.
Melle
Omgeven door de valleien van de Béronne en le Pinier, was Melle vroeger bekend om de typische ezels uit de Poitou: de Baudet de Poitou. Deze langharige ezels, die een wat kortere kop hebben, worden nog steeds gefokt (er zijn zelfs enkele Nederlanders die hier in de afgelopen jaren Baudets zijn komen kopen!). Ooit was Melle een ”sous-préfecture” en heeft uit die periode nog steeds een ”Tribunal de Grande Instance” overgehouden, dat gevestigd is in het Hôtel de Ménoc (hoge gothiek, met twee torens uit de tweede helft van de vijftiende eeuw en een hoofdgebouw uit de negentiende eeuw. Van 1582 – 1646 gebruikt als protestantse kerk). Ook dit stadje heeft een mooi oud centrum (waar een wandeling is uitgezet), met de kenmerkende negentiende eeuwse hallen en een even zo kenmerkende kiosk. Behalve de genoemde wandeling door het centrum is er ook een botanische wandelroute (6 km) rondom het hele stadje, dat langs de zilvermijnen en een indrukwekkende verzameling boomsoorten leidt (het Arboretum de Melle). De zilvermijnen van Melle en haar Karolingische tuinen zijn zeker de moeite van een bezoek waard en ook het jaarlijks terugkerende klassieke muziekfestival (in mei of juni) in de Eglise Saint-Hilaire is een onvergetelijke gebeurtenis. Maar wat Melle vooral zo bijzonder maakt, zijn haar drie prachtige romaanse kerken, de Sint Hilaire, de Sint Pieter en de Sint Savinien.
Celles-sur-Belle
La Belle: De geschiedenis van Celles-sur-Belle is onlosmakelijk verbonden met haar religieuze erfgoed. In de elfde eeuw werd er een eerste klooster gebouwd door Lesterps, en in de dertiende eeuw kreeg Celles-sur-Belle er een Koninklijke abdij bij. Gedurende de hele Middeleeuwen was Celles-sur-Belle een belangrijke etappe op de route naar Saint Jacques de Compostelle en bedevaartsoord.
De abdij werd vernietigd in 1568 door de Protestanten en opnieuw gebouwd in 1664 door de architect François le Duc, ook wel François Toscane, in gothische stijl. De moeite van een bezoek waard, met haar veellobbige entrée (nog oorspronkelijk) en de prachtig aangelegde tuinen. In het klooster worden elke jaar barokconcerten gegeven, aan het einde van de zomer.
Airvault
Ingesloten tussen de wanden van een smalle vallei, midden in het dorpje Airvault, ligt de indrukwekkende kerk Saint Pierre d’Airvault, die omstreeks 1100 is gebouwd. Ooit verbonden aan één van de belangrijkste abdijen met Augustijner monninken van de Poitou, heeft de St Pierre een kruisvormig grondplan, waarvan de hoofdbeuk is verdeeld in drie schepen en een koor met een kooromgang waaraan drie kapellen zijn gelegen. De facade, met haar discrete beeldhouwwerk, is in die zin bijzonder dat het niet de eigenlijke facade van de kerk is, maar van de uitbouw, die maakt dat de kerk groter lijkt dan ze in werkelijkheid is. Indrukwekkend zijn ook de romaanse kapittels met gothische bogen in de “Angevin”-stijl
Overzicht met de mooiste bezienswaardigheden in het hart van de Poitou-Charentes
Authentieke kastelen
Kastelen en kasteeltjes, de verborgen juweeltjes van de Deux-Sèvres. Op allerlei plekken in de Deux-Sèvres zul je tegen kastelen en kasteeltjes aanlopen: sommigen zijn te bezichtigen, anderen niet en weer anderen zijn tot ruïnes vervallen of gedeeltelijk afgebroken. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat in het dorp Sepvret (ja, dat van de bronnen), nog in 1910 een kasteel is afgebroken omdat de omwonenden het vrijgekomen materiaal wilden gebruiken om meerdere huizen van te bouwen. Van dat kasteel is nog maar één foto bewaard gebleven en alleen de oudsten van het dorp kunnen er nog van getuigen. Maar er zijn er ook die in ere zijn hersteld, zoals het kasteel van Javarzay (in het zuiden van het departement), het kasteel van Deffend of van Saint Mesmin (noord-westen) of dat van Tournelay.
- Château de Javarzay: Het oudste Renaissance monument uit de Poitou dateert uit 1514. In het kasteel, met vier verdiepingen in het centrale gedeelte (“châtelet”) is het Musée de la Coiffe gevestigd, met meer dan 300 hoeden, hoofddeksels en kostuums. Ten noorden van het kasteel is een grote visvijver. Dichtbij de Romaanse kerk Saint-Chartier (twaalfde eeuw).
- Château du Deffend: Kasteel met rijk gedecoreerde salons op het thema van de Fabels van La Fontaine.
- Château de Saint-Mesmin: Een fort (château-fort), opnieuw gebouwd rond 1370 en tot “Monument Historique” uitgeroepen. De 28-meter hoge donjon met machicoulis biedt een spectaculair uitzicht op het typische landschap van de Bocage. Tijdens de zomermaanden te bezichtigen, en in juli en augustus zijn er ook activiteiten in de avonduren.
- Domaine de Tournelay: Het park (met meer dan 400 soorten bomen!), de tuinen “à la française”, de groententuin en de écuries (stallen) zijn van 14 juli tot en met 27 augustus elke middag te bezoeken.
Zilvermijnen van Melle
Ten tijde van Karel de Grote, tussen de zevende en de tiende eeuw, was Melle een belangrijke zilverproducent en de koninklijke muntenslager, even belangrijk als die van Parijs, Orléans, Reims of Sens. Onder het stadje is nu ongeveer twintig kilometer van het netwerk van gangen toegankelijk, waarvan en gedeelte voor publiek is opengesteld. Dat gedeelte wordt prachtig verlicht en van geluid voorzien door de kunstenaar Knud Viktor. Tijdens het bezoek kun je zien hoe de munten werden geslagen, en na het museale gedeelte kun je de mijn bezoeken. Sinds 1996 hebben de mijnen een samenwerkingscontract met het CNRS (Centre National de la Recheche Scientifique) en sinds kort is er een “Plateforme d”archéologie expérimentale” (platform experimenteel archeologisch onderzoek) in het leven geroepen. Bij de mijnen zijn Karolingische tuinen aangelegd, eveneens toegankelijk voor het publiek. Hier kun je kennis maken met oorspronkelijke planten voor medicinaal en ander gebruik. De tuinen zijn een bezoek waard. Elk jaar organiseren de “Mines d’Argent des Rois Francs” workshops.
Schapendorp Mouton Village
In het 6 hectaren grote park met arboretum, kun je alles te weten komen over schapen, het scheren, het melken en er is een speciale plek waar de allerkleinsten de geitjes kunnen aaien, en met ze kunnen spelen. Een slideshow laat alles zien over het leven op een boerderij in het gebied, de Pays de Gâtine, en er mogelijkheid om geitenkaas te proeven. Een uitgebreide winkel biedt een grote hoeveelheid aan producten die met de dieren te maken hebben, voor een groot gedeelte van lokale productie. Kortom, een ideaal uitstapje voor mensen met kinderen, om op een warme zomerdag een middag te wandelen in een aangename omgeving tussen de dieren en op speelse wijze veel te weten te komen over het schaap.
Le Nombril du Monde
Het verhaal gaat dat alle verhalen van de wereld geboren zijn in Pougné-Hérisson, vele jaren geleden. Een bezoek aan de “Navel van de Wereld” is dan ook zeker de moeite waard! In het kleine Middeleeuwse stadje Pougné-Hérisson is een buitengewone bijzondere fantastische tuin ontstaan rondom het huis van kunstenaar Robert Jarry: een universum van geluid, mechanische en pedagogische objecten, die van bezoekers verhalenvertellers en verhalenluisteraars maken. Eénmaal per jaar, midden in de zomer, is er een fantastisch festival, met de intocht van bijzondere tractoren. Geopend van maart tot oktober.
Geologisch museum van Thouars
Ontdek de bijzondere aardkloot onder de Deux-Sèvres in het Geologisch museum van Thouars. In het noordelijke deel van de Deux-Sèvres, op het kruispunt van de Poitou, de Anjou en de Tourraine, ligt Thouars, een karakteristiek stadje. De stad heeft een museum gewijd aan de bijzondere geologische aspecten van het departement, het Centre d’Interpretation Géologique du Toarcien. Hier kun je (samen met de kinderen) de rijkdommen van het ontstaan van de geologie en de daardoor bepaalde menselijke activiteiten bekijken in een geweldige museale presentatie.
Dierenpark Zoodysée
Het dierenpark ligt in het Forêt de Chizé, met haar 4800 ha grote oppervlakte één van de grootste domeinen van de Deux-Sèvres. De ligging op 70 kilometer van de Atlantische Kust zorgt voor een mediterraan-achtig klimaat (met 2100 zonuren per jaar!). Het zuidelijke gedeelte van het bos, zo’n 2600 ha, is “Réserve Nationale”. De bezoeker kan ’s morgens en ’s avonds buiten het park vele soorten dieren in hun natuurlijke omgeving gadeslaan: wilde zwijnen, herten, vossen, en diverse bijzondere vogels. Meer dan zestig dierensoorten (bijna 500 dieren) zijn in het park te bekijken, dat te voet of in een koets te ontdekken is. Voor een paar uur ontspannen in deze prachtige omgeving. Er is een expositieruimte en winkel, evenals picknic-plaatsen en een restaurant met terras. In het dierenpark worden regelmatig activiteiten georganiseerd: avondwandelingen, excursies in het stuk bos dat normaal gesproken niet voor pbliek toegankelijk is (Réserve Nationale).
