Andalusië is de meest zuidelijke vakantieregio van Spanje en ligt aan de middellandse zee en de atlantische oceaan. Andalusië is verdeeld in acht provincies, waarbinnen samen 691 gemeentes bestaan: Almeria, Cadiz, Cordoba, Granada, Huelva, Jaen, Malaga en Sevilla (wat tevens de hoofdstad is). Andalusië staat bekend om zijn diverse landschappen: van gouden stranden met een groot aanbod van watersportmogelijkheden en vrijetijdsbesteding, tot spectaculaire berglandschappen met zeer gevarieerde flora en fauna. Het gebiedt heeft een prachtige geschiedenis, die overal zijn architectonische sporen achterliet, waarvan het Alhambra in Granada, de Mezquita in Cordoba en de Giralda in Sevilla maar enkele voorbeelden zijn. Tip: bekijk ook ons overzicht met de mooiste witte dorpjes in deze regio.
In deze blog bespreek ik de 11 mooiste, leukste en meest toeristische steden van Andalusië die je tijdens je vakantie of rondreis beslist moet bekijken. Ik vertel je kort wat over de steden, de geschiedenis en populaire bezienswaardigheden die er te vinden zijn.
👉 Wil je overnachten in Andalusië? Dan kun je kiezen voor diverse soorten accommodaties. Wij hebben een overzicht met de mooiste kleinschalige accommodaties voor je gemaakt. Hier kun je ongestoord genieten van rust, natuur en cultuur. Ga je met kinderen op vakantie? Boek dan een gezellig familiehotel met kinderfaciliteiten voor het hele gezin.
Jaén
De provinciehoofdstad Jaén, met meer dan 117.000 inwoners in het noordoosten van Andalusië, ligt in het brede dal van de Guadalquivir tussen de met olijfbomen begroeide bergen Jabalcuz en La Pandera. In Jaén draait het zowel om de industrie als om de landbouw, en de stad is het economische centrum van het grootste olijventeeltgebied ter wereld. Jaén heeft een enorme kathedraal in renaissancestijl en een betoverend, historisch centrum met de beroemde Arabische baden. In Jaén heerst een gematigd, warm mediterraan klimaat, dat door de hoogte wordt beïnvloed. Je vindt er koude winters met een gemiddelde temperatuur van 13 graden en warme zomers waarin het ongeveer 23 graden wordt.
Geschiedenis
De oorsprong van Jaén gaat terug tot de tijd van de Iberiërs, maar ook de Grieken en Feniciërs leefden hier. Tijdens de Carthaagse periode werd de stad uitgebouwd tot een vestiging en in 207 v.Chr. door de Romeinen veroverd. In 712 kwam Jaén onder Arabische heerschappij, wiens eerste bouwproject een rioolstelsel was. Uiteindelijk werd de stad in 1246 door de Spaanse koning Fernando III ingenomen en trok heerser Alhamar zich terug naar Granada, waar hij als oprichter van het Nazarite koninkrijk de geschiedenis inging.
Bezienswaardigheden
- Kathedraal: De Kathedraal van de Asuncion de la Virgen is in renaissancestijl en dateert uit de 16e eeuw. Het vormt het geografische en historische hart van het oude stadscentrum en is gebouwd op de plek van de vroegere moskee.
- Castillo de Santa Catalina: Dit kasteel uit de 13e eeuw was oorspronkelijk een Arabische vesting en huisvest tegenwoordig een Parador Nacional. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de stad en haar omgeving.
- La Magdalena: De oudste kerk van Jaén, daterend uit de 15e eeuw, waar nog resten van een moskee te vinden zijn die de wijk zijn naam gaven.
- Arabische Baden: Deze baden uit de 11e eeuw zijn een bewijs van de hoogontwikkelde badcultuur van het voormalige Al-Andalus. Ze bevinden zich in de kelder van het Palacio de Villardompardo in de wijk La Magdalena.
- Iglesia San Andres: Deze kerk heeft een prachtig smeedijzeren hek uit de 16e eeuw van meester Bartolomé de Jaén.
Almería
De kust- en provinciehoofdstad Almería, met 188.000 inwoners, ligt in het oosten van Andalusië en wordt omringd door de bergketens Sierra de Gádor, Sierra de Alhamilla en de Sierra de Cabo de Gata. De belangrijkste industrieën hier zijn de fruit- en groenteteelt, waarvan het grootste deel via de haven van Almería naar andere Europese landen geëxporteerd wordt. De landbouw rondom Almería is zeer gevarieerd met een woestijnachtig binnenland en prachtige stranden met kristalhelder water. Voor watersportliefhebbers en zonaanbidders is dit een absoluut paradijs. Schilderachtige kustplaatsen als San José en Mojácar bieden jou als toerist een authentieke Andalusische sfeer en accommodaties in alle categorieën. De provincie behoort met 3.000 zonuren per jaar tot de zonnigste van heel Andalusië. De gemiddelde jaartemperatuur is 18 graden, en de zomermaanden zijn normaal gesproken aangenaam met zo’n 25 graden.
Geschiedenis
Al sinds mensenheugenis is de omgeving van Almería gekoloniseerd. Achtereenvolgens vestigden zich hier Feniciërs, Grieken en Carthagers, tot Almería zich uiteindelijk onder Romeinse heerschappij ontwikkelde als een belangrijke havenstad. De gouden eeuw van Almería was onder het kalifaat van Córdoba, waarvan de indrukwekkende Alcazaba in de oude stad getuigt. In het jaar 1489 werd de stad uiteindelijk terugveroverd door de Katholieke Koningen.
Bezienswaardigheden
- Alcazaba: Deze vesting, die op 90 meter hoogte troont, behoort tot een van de grootste in Zuid-Spanje en werd in de 10e eeuw tijdens het kalifaat van Abd ar-Rahman III gebouwd.
- Castillo de San Cristóbal: Een Tempeliersburcht, die door de stadsmuur met de vesting verbonden is.
- La Chanca: In deze armoedige wijk wonen veel inwoners in rotswoningen.
- Iglesia San Juan: In deze kerk werden in 1970 de resten van een moskee ontdekt.
- Kathedraal: Een drieschepige kerk uit de 16e eeuw, die als versterkte kerk diende ter bescherming tegen de Moren en Turkse piraten.
- Centro de Arte: In dit culturele centrum aan de Plaza de Barcelona vinden maandelijks wisselende moderne kunsttentoonstellingen plaats.
- Museo de Almería: Een verzameling van archeologische vondsten reflecteert de geschiedenis van Almería en de omgeving.
- Cabo de Gata: Dit kustgebied, dat in 1980 tot natuurpark werd verklaard, maakt indruk met zijn ruige bergen, eenzame stranden en slaperige dorpjes.
- Mini Hollywood: In de Sierra de Alhamilla bevindt zich deze filmstad, waar in de jaren 60 veel beroemde westerns gefilmd zijn, zoals “Once Upon a Time in the West”.
Alpujarra
De Alpujarra in Andalusië is een van de meest unieke regio’s in Europa, die al veel kunstenaars en schrijvers heeft geïnspireerd. Het ligt tussen Granada en Almería aan de zuidhelling van het nationaal park van de Sierra Nevada en is door de UNESCO verklaard tot biosfeerreservaat, natuurpark en nationaal park. Het adembenemend mooie gebied bestaat uit dalen en ravijnen die vanaf de toppen van de Sierra Nevada naar beneden vallen. Dankzij het stabiele klimaat en de rijkelijke waterreserves is het een zeer vruchtbare regio. Je vindt hier veel verschillende soorten fruitbomen, zoals sinaasappelen, citroenen, kaki’s, appelen, kastanjes, amandelen en meer. Het klimaat varieert afhankelijk van de hoogte. Terwijl je in de hoger gelegen regio’s zeer koude wintermaanden hebt met temperaturen onder de 0 graden, zijn de zomermaanden daar warm tot heet, maar met aangename temperaturen. In de lagere lagen dicht bij Almería of de Costa Tropical geniet je het hele jaar door van een mediterraan klimaat met milde temperaturen, waarbij de meeste neerslag valt in november en december.
Geschiedenis
De oudste berichten vertellen over de kolonisatie door de Arabieren in het jaar 711. Vooral de Berbers beïnvloedden de bergen door de terrasbouw en het bewateringssysteem. In de 11de eeuw ontwikkelde dit gebied zich tot een centrum van zijdeproductie. Daarvoor en daarna kwam het tot verschillende opstanden met de aangrenzende regio’s. In de 13de eeuw deelden de koningen van de Nasriden de regio in meerdere grote gemeentebuurten in. Na de herovering door de katholieke koningen in het jaar 1492 trokken veel moslims zich uit het gebied terug. De onderdrukking van de islamitische bevolking werd steeds sterker en leidde in de 16de eeuw tot een opstand die door de Spanjaarden werd neergeslagen. De overlevende 80.000 Morisken werden naar andere delen van Spanje uitgewezen en verdreven. De meeste plaatsjes werden nieuw bevolkt door Spaanse boeren, die echter het bewateringssysteem niet konden onderhouden, waardoor de landbouw verviel en de regio voorlopig in vergetelheid raakte.
Bezienswaardigheden
- Lanjarón is vanwege het ijzerhoudende water een geliefd kuuroord en ook tegelijkertijd een plaatsje waar mineraalwater gebotteld wordt dat je in Spanje kunt kopen.
- Órgiva is een arbeidzaam plaatsje en de poort naar de Alpujarras. Het wordt gezien als het regionale centrum voor ambtelijk bestuur en heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een bestemming voor Noord-Europeanen die hier in dezelfde gemeentes zijn gaan wonen.
- Trevélez ligt aan de zuidelijke helling van de Sierra Nevada op 1.476 meter hoogte en is daarmee de hoogstgelegen plaats in Spanje. Het plaatsje is heel beroemd vanwege de uitstekende luchtgedroogde Serrano ham.
- Capileira, wiens naam een Latijnse oorsprong heeft en “De toppen” betekent, ligt op 1.436 meter hoogte. Het plaatsje wordt als kunsthistorisch gebied beschouwd en laat de typische dorpse structuren van deze regio zien, die uit een boven, midden en onder dorp bestaan. De architectuur van het plaatsje met witte huizen, smalle paden en de sterk herkenbare Moorse invloed is uniek.
- Pampaneira ligt op een hoogte van 1.060 meter aan de kloof van de Río Poqueira en heeft al meerdere onderscheidingen voor zijn architectuur gekregen. De huizen hebben een terrasbouw en ronde schoorstenen. De hoofdbron van inkomsten is de landbouw en de weverij. In het stadje zijn veel kleine winkels, die een groot aanbod aan bonte dekens en tapijten hebben.
- Bubión heeft ongeveer 360 inwoners en ligt op 1.300 meter hoogte. Het plaatsje heeft een sterk Moors karakter en vormt samen met Pampaneira en Capileira een regio die door de staat als een gebied met bijzondere artistieke en historische betekenis wordt beschouwd.
Huelva
Huelva is de hoofdstad van de gelijknamige provincie in het westen van Andalusië, grenzend aan het naburige Portugal. Met bijna 140.000 inwoners, is de stad uitgegroeid tot een centrum van de petrochemische industrie en visvangst. Het ligt aan de monding van de rivier de Odiel, die hier uitmondt in de Atlantische Oceaan en het beroemde Nationaal Park Doñana. De brede wegen, hoogbouw, vele winkelstraten en grote parken maken dat Huelva zeer modern oogt. Hier aan de Costa de la Luz strekken zich prachtige stranden uit met fijn, wit zand en een gezamenlijke lengte van 120 km, die optimale omstandigheden bieden voor elke vorm van watersport. Vooral bijzonder zijn de stranden van El Rompido en Isla Canela. Maar ook zijn er landschappen van zeldzame schoonheid zoals de marismen en de Sierra Morena, waar je kunt fietsen en wandelen. De vele culturen uit het verleden hebben bovendien een groot historisch erfgoed achtergelaten met prachtige moskeeën, kerken en interessante monumenten.
Geschiedenis
De geschiedenis van Huelva gaat terug naar het 1e millennium voor Christus. Tartessians en Feniciërs perfectioneerden de mijnbouw in het binnenland en veranderden Huelva in een handelsstad. Na de ondergang van het Romeinse Rijk heersten een korte tijd de Visigoten en Byzantijnen tot in de 8e eeuw de Moren het land veroverden. In 1262 werd het terugveroverd door de christenen en kwam onder het bewind van Alfonso X. In de 15e eeuw vertrokken vanuit deze provincie de schepen van Christoffel Columbus, waardoor de havensteden een periode van groot belang beleefden.
Bezienswaardigheden
- Romeins aquaduct: Zelfs vandaag nog voorziet dit aquaduct de stad van water.
- Monument van Columbus: Gebouwd ter ere van deze ontdekker.
- Iglesia San Pedro: Deze kerk werd in de 15e eeuw gebouwd in Mudejar-stijl en in de 18e eeuw gerenoveerd met barokke elementen.
- Kathedraal: De kathedraal wordt beschouwd als de mooiste barokkerk van de regio en dateert uit de 18e eeuw.
- Barrio Reina Victoria: Een wijk met Engelse architectuur en kleine pubs, galerijen en winkels. Hier staat het huis van Columbus.
- Wetlands van de Odiel rivier: Je hebt een prachtig uitzicht op het landschap vanaf het hoogste punt van de stad.
- Museo Provincial: Het museum herbergt een archeologische verzameling en werken van de schilder Vázquez Díaz.
Conil de la Frontera
Deze plaats bevindt zich in de Andalusische provincie Cádiz en ligt aan de Costa de la Luz aan de Atlantische Oceaan. Het is een typisch dorp in Andalusië met Arabische invloeden, te herkennen aan zijn smalle straatjes, kleine witte huizen en de vele marktplaatsen. Het voormalige vissersdorp is met zijn witte zandstranden en uitstekende gastronomie een van de meest aantrekkelijke toeristische bestemmingen van Andalusië. De stranden staan bekend om de hoge kwaliteit van het water en fijn wit zand. Op de 16 kilometer lange kustlijn vind je eenzame baaien, evenals breed uitgestrekte stranden, die tot de mooiste van Spanje behoren. De huidige economische basis van Conil is toerisme, maar ook landbouw, veeteelt en visserij spelen een rol.
Geschiedenis
De geschiedenis van Conil gaat terug tot de prehistorie. Rond 1200 voor Christus breidden de Feniciërs de stad uit en voerden een nieuwe manier van tonijnvisserij in, de Almadraba, die nog steeds wordt gebruikt. Daarna volgden de Carthagers, die fabrieken bouwden voor de verwerking van tonijn. Later kwamen de Romeinen die het ontwikkelingsproces vele malen versnelden. Toen het Romeinse rijk langzaam uiteen dreigde te vallen, profiteerden de Vandalen, Byzantijnen en de Visigoten ervan totdat in 711 de Arabieren het gebied onder hun controle namen. In 1265 werd Conil heroverd door de katholieke koningen en kreeg de bijnaam “De La Frontera” (grensstad).
Bezienswaardigheden
- Iglesia de la Misericordia: Deze kerk en het bijbehorende hospice werden in de tweede helft van de 18e eeuw gebouwd om 30 arme gezinnen te huisvesten. Interessant om te bekijken zijn de structuur van de kerk, de kapel en de accommodaties.
- Plaza de la Constitución: Een schitterende plek waar de prachtige kerk van Santa Catalina staat, die in de 16e eeuw werd gebouwd. Ook kun je vanaf deze plek het stadhuis en El Portillo bekijken.
- Stadsmuseum: In dit etnologisch museum met een collectie van meer dan 800 tentoonstellingsitems leer je veel over de cultuur en tradities van de oude dorpen.
- Torre Guzmán: Deze toren is het laatste overblijfsel van een 14e-eeuws kasteel en vormt een belangrijk historisch deel van de stad.
- Stranden: Het nabijgelegen strand is Playa de Bateles en grenzend aan Conil zijn de stranden Playa de la Fontanilla, Playa Fuente del Gallo, Playa de Roche met zijn baaien. Terwijl het noordelijke deel van de kust meer gedomineerd wordt door de ruwe zeebewegingen, vind je in de baaien Las Calas de Roche en La Fuente del Gallo vrij steile kliffen. In het zuiden zijn er overwegend brede stranden met fijn wit zand en aangrenzende duinen zoals de stranden Los Bateles en El Palmar.
Cadiz
Cadiz is met 3000 jaar de oudste stad van Europa en heeft ongeveer 125.000 inwoners. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie aan de Atlantische kust en ligt op een landtong die in de bocht van Cadiz ontspringt. Het oude stadscentrum bestaat uit de wijken El Populo, La Viña en Santa Maria, die sterk in contrast staan met het moderne nieuwe stadsdeel. De oude stad wordt gekenmerkt door smalle straatjes en kleine pleintjes. De bocht van Cadiz en zijn stranden zijn ideaal voor alle vormen van watersport en hier vinden ook vele nautische evenementen plaats. Het klimaat wordt gekenmerkt door de zee en de gemiddelde temperatuur ligt rond de 18 graden. In de zomer is de temperatuur rond een aangename 30 graden, die echter afhankelijk van de windrichting tot 40 graden kan oplopen.
Geschiedenis
Cadiz is rond 1100 v.Chr. door Feniciërs opgericht en kreeg de naam Gadir, wat ‘ommuurde stad’ betekent. Tijdens het Carthaagse en later Romeinse Rijk was Cadiz een zeer welvarende stad. Vanaf 711 heersten de Arabieren er tot de Spaanse koning Alfonso X de stad in de tweede helft van de 13e eeuw terugveroverde. In de 15e eeuw bloeide de stad op, omdat het door de gunstige geografische ligging aan de Atlantische Oceaan als deur naar Amerika diende. De 18e eeuw werd vanwege de monopolie voor overzeese handel de gouden eeuw voor deze stad.
Bezienswaardigheden
- Torre Tavira: De wachttoren uit de 18e eeuw, gebouwd op het hoogste punt van het oude stadscentrum, is tegenwoordig een belangrijke attractie in Cadiz. Het biedt twee toonzalen, de camera obscura en het uitzichtsterras, waar je het mooiste uitzicht op de stad kunt genieten. In de camera obscura, de eerste van Spanje, kun je live beelden zien en een demonstratie met een gids krijgen. Aan de hand van de monumenten die te zien zijn, krijg je een indruk over de geschiedenis van de stad. De laatste toer naar de donkere kamer is een half uur voor sluitingstijd.
- Kathedraal: De belangrijkste en meest geliefde bezienswaardigheid van het oude stadscentrum van Cadiz. De kathedraal heeft een oranje betegelde koepel met twee torens en verbindt de barok met neoklassieke stijl. De componist Manuel de Falla ligt hier begraven.
- Iglesia de Santa Cruz: De kerk van het Heilige Kruis is de oude kathedraal met fundamenten uit de 13e eeuw in gotische bouwstijl en bevindt zich in Barrio del Populo vlakbij de moderne kathedraal.
- Teatro Romano: Een oud Romeins theater dat direct achter de kerk Santa Cruz ligt.
- Oratorium San Felipe Neri: Hier werd in 1812 de eerste Spaanse constitutie geproclameerd. Het gebouw heeft een barokke bouwstijl uit de 18e eeuw en een bezienswaardige afbeelding van Murillo uit 1680.
- Museum van Cadiz: In dit museum zijn het museum van de schone kunsten en het archeologisch museum samengevoegd en er zijn tegenwoordig meer dan 17 zalen, waar ook Fenicische vondsten getoond worden.
- Parque Genovés: Het park is het meest bekende van de stad en ligt aan de Alameda Apodaca in het oude stadscentrum met vele exotische planten, palmbomen, een prachtige laan en waterval.
- Playa de la Caleta: Zonder twijfel het mooiste strand in Cadiz, gelegen in Barrio la Viña met een zeer mooie en lange strandpromenade.
Ronda
De stad ligt in de provincie Malaga in het zuidelijke deel van Andalusië, niet ver van de Costa del Sol. Ronda, de oudste stad van Spanje, wordt omgeven door het opmerkelijke landschap Serranía de Ronda, waar je drie natuurparken kunt vinden: Sierra Grazalema, Sierra de las Nieves en Los Alcornocales. Door het unieke landschap op de hoek van het hoogplateau en de Moorse oude stad met veel historische gebouwen is Ronda een van de meest geliefde bestemmingen voor een uitje in Zuid-Spanje. De rivier Guadalevín deelt de stad in twee delen en zijn rivierbedding heeft het beroemde embleem van Ronda: El Tajo, een kloof van 120 meter diepte. Beide stadsdelen worden verbonden door de bruggen Puente Nuevo uit het jaar 1751, Puente Romano en Puente Viejo uit de 17e eeuw. Het klimaat is mediterraan: hete en droge zomers en koude winters met temperaturen onder de 0 graden. Het voorjaar en de herfst zijn mild met temperaturen van ongeveer 16 graden.
Geschiedenis
Ook al zijn in Ronda archeologische sporen uit het neolithicum gevonden, zoals rotstekeningen in de Cueva de la Pileta, zijn deze oorspronkelijk van Keltische afkomst. Men gaf Ronda de naam Arunda. Later kwamen de Feniciërs, die in de buurt de kolonie Acinipo opzetten. Uit de Romeinse bezettingstijd van het schiereiland is het zonder twijfel de belangrijkste archeologische plaats. Hij verdween met de ondergang van het Romeinse rijk en alles richtte zich toen op Ronda. De betekenis van deze stad nam steeds meer toe en ontwikkelde zich tot een provincie van Al-Andalus en een onafhankelijk koninkrijk. Het hoogtepunt bereikte Ronda met het koninkrijk van Granada in het Nasrid-tijdperk. Na de verovering door de katholieke koningen in het jaar 1485, vonden veel veranderingen plaats in de economie en cultuur. Vanaf de 18e eeuw had Ronda zijn betekenis als Andalusische stad vastgelegd en heeft veel monumenten en gebouwen voortgebracht zoals Puente Nueva en de arena van de stierengevechten.
Bezienswaardigheden
- El Puente Nuevo: De brug is het embleem van Ronda en gaat over de kloof El Tajo in het midden van de stad. Vanaf het plein Plaza Maria Auxiliadora is er een provisorische weg naar beneden naar het uitzichtpunt van waaruit je het bekende uitzicht op Ronda met de brug hebt.
- Iglesia de Santa Maria La Mayor: Aangestuurd door de katholieke koningen, begon de bouw in het jaar 1485 en duurde tot in de 17e eeuw. Dit verklaart ook de verschillende stijlen die je in de kerk kunt vinden. In het jaar 1580 werden delen ervan door een aardbeving vernietigd.
- Plaza de Toros: De arena van de stierengevechten is de oudste en een van de mooiste in Spanje. 6000 personen kunnen hier toegang krijgen en de arena heeft een doorsnede van 60 meter. In het gebouw zelf bevindt zich ook een museum voor stierengevechten dat in 1984 ingewijd werd. De Plaza de Toros heeft een lange traditie in Ronda. Het plein is oorspronkelijk door de ruiters onder Felipe II in het jaar 1572 overgenomen en in de 18e eeuw de arena voor de stierengevechten geworden.
- Casa de San Juan Bosco: Een heel mooi paleis uit de 10e eeuw in het hart van de historische oude stad met binnenhof, keramiekverzamelingen en tuinen.
- Palacio de Mondragon: Het staat ook bekend als het paleis van de Markgraven van Villasierra en is tegelijkertijd een belangrijk civiel embleem van Ronda. Het paleis van de Moorse koning herbergt een mijn uit het Arabische tijdperk, die het huis met water uit de rivier Guadalevín voorziet.
Malaga
In Zuid-Spanje, bij de Costa del Sol, ligt de kuststad Malaga, die met ongeveer 560.000 inwoners een van de grootste steden van Andalusië is. De stad ligt aan een baai en eromheen ligt het natuurpark „Montes de Malaga“ met een dicht pijnbomenbos. Twee rivieren, de Guadalhorce en de Guadalmedina, stromen door de stad, monden uit in de Middellandse Zee en bieden veel vogelsoorten plek om broedplaatsen te vinden. De gemiddelde temperatuur is 18 graden en er is een zachte winter. In de maanden juni tot september kan het nogal heet worden. Er valt weinig neerslag, maar als er neerslag valt, is dat vooral in november en maart. Het klimaat, de mooie stranden en de vele bezienswaardigheden maken Malaga het hele jaar door tot een geliefd vakantieoord. Tip: je vind hier enkele van de leukste kleinschalige accommodaties van de Costa del Sol.
Geschiedenis
Malaga, de hoofdstad van de Costa del Sol, heeft een geschiedenis die teruggaat tot de achtste eeuw v.Chr. De eerste inwoners waren de Feniciërs, later werd de inmiddels groter geworden stad door Karthago geregeerd en uiteindelijk waren het de Romeinen, die van het toenmalige „Malaka“ een stad maakten. In het jaar 711 namen de Arabieren de stad over en regeerden meerdere eeuwen tot uiteindelijk in 1487 de Spaanse heersers de stad terugveroverden. De eerste sporen van de stad werden gevonden tijdens de opgravingen van het Romeinse theater in het stadscentrum. Direct achter de berg Gibralfaro staat de Arabische Alcazaba te midden van tuinen, waarnaast zich het Arabische Malaga ontwikkelde. Vanuit de haven dreef men handel met de belangrijkste kuststeden van de Middellandse Zee en de verovering door de christenen betekende een nieuwe impuls voor de ontwikkeling van de stad – er ontstonden kathedralen, kerken, paleizen en veel herenhuizen, die vandaag de dag nog bewonderd kunnen worden.
Bezienswaardigheden
- Kathedraal: Gebouwd in de renaissancestijl naar plannen van architect Diego de Siloe uit Burgos, heeft het een indrukwekkende koorbank en een grote verzameling van schilderijen en beelden. Tot op vandaag is de bouw van een van de torens nog niet voltooid, omdat een deel van de fondsen toen gebruikt werd voor de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Men noemt de kathedraal vandaag ook „La Manquita“ – „De eenarmige“.
- Picasso Museum: Pablo Ruiz Picasso heeft zijn eigen museum met ongeveer 200 kunstwerken in een permanente tentoonstelling in het paleis van de Condes de Buenavista vlakbij de kathedraal. Zijn geboortehuis aan de Plaza de la Merced is een museum met een tentoonstelling van lithografieën en keramiekvoorwerpen.
- Thyssen Museum: Dit is een van de nieuwste musea in de stad, geopend in 2011. De permanente en tijdelijke tentoonstellingen zijn erg interessant. Het museum bevindt zich in het Villalon paleis uit de 16de eeuw en heeft wel 200 kunstwerken die deel uitmaken van de verzameling van Carmen Thyssen. De kunstwerken maken een rondreis door de verschillende werelden van de Spaanse schilderkunst van de 20e eeuw en hebben vooral belangstelling voor de Andalusische schilderkunst. Het museum heeft ook een afdeling gewijd aan de romantische landschappen en gebruiken. De kamers en de architectuur zijn eveneens van groot belang.
- Het oude centrum: Aan de voet van Monte de Gibralfaro ligt het gebied van de vroegere Arabische stad, het Malaga van de 19e eeuw. Het oude centrum heeft talrijke renaissance- en Mudejar-kerken, herenhuizen en kleurrijke pleinen met leuke cafés en bistro’s. De beroemde Calle Larios nodigt je uit om te flaneren en is een van de meest geliefde winkelstraten in Malaga.
- Alcazaba: In de 11de eeuw op de berg Gibralfaro gebouwd door de toenmalige heerser – Sultan Badis, is het een soort mengeling tussen een paleis en een vesting. De grondslag van deze bouw was een Romeinse bebouwing, waarin in het jaar 1951 de ruïne van een Romeins theater ontdekt werd. In 1931 werd de Alcazaba door UNESCO tot nationaal cultureel erfgoed benoemd en men begon met de restauratie. Vandaag is het in een erg goede toestand en kun je de paleiskamers van de Nasriden, het Moorse heersersgeslacht en de woonkamers van het hof bezichtigen. De tuinen met hun bevloeiingssysteem, bronnen en waterbekken zijn erg mooi. Van de in de 14de eeuw gebouwde vesting is de ringmuur nog goed behouden gebleven en biedt een fantastisch uitzicht op de stad, de zee en de omgeving.
- Botanische tuin: Aan de stadsrand ligt de historische tuin van La Concepción, een van de belangrijkste botanische tuinen van Andalusië uit de tijd van de verlichting in de 18de eeuw.
- Haven: Malaga heeft de op één na belangrijkste cruisehaven van Spanje, een passagiershaven en andere zakelijke activiteiten die aan import en export doen en een visserijhaven in bedrijf hebben. De haven is heringericht en biedt nu een uitstekend cultureel aanbod, opties om te winkelen en amusement. Van tijd tot tijd vinden ook concerten en muziekevenementen plaats en heb je vanuit hier een mooi uitzicht op het vuurwerk dat in augustus plaatsvindt. Tip: tevens vind je hier enkele van de mooiste stranden van de Costa del Sol.
Marbella
Marbella is een kustplaats met ongeveer 135.000 inwoners aan de Costa del Sol en ligt ongeveer 60 kilometer van de provincie Malaga. Deze kosmopolitische plaats met een internationale reputatie trekt de jetset aan en veel beroemdheden verblijven hier constant of sporadisch. Als bezoeker van Marbella wordt je veel geboden: mooie stranden, luxe hotels, golfbanen, jachthavens, waarvan de beroemdste “Puerto Banús” is, winkelcentra, pretparken voor kinderen, restaurants en een levendig nachtleven. Het klimaat is mediterraan met zachte winters en warme tot hete zomermaanden. De neerslag is laag en valt meestal in de wintermaanden. Tip: bekijk direct ons overzicht met de meest kindvriendelijke hotels in Marbella.
Geschiedenis
Prehistorische vondsten tonen aan dat het gebied van Marbella al in het neolithicum, dus in het vroege steentijdperk, bewoond was. Voordat de Romeinen in de 3e eeuw het gezag kregen, werd het door de Feniciërs als handelscentrum gesticht. In het stadsdeel van San Pedro zijn delen van een Romeinse nederzetting ontdekt en overblijfselen van een Romeinse villa aan de monding van de Rio Verde. In het jaar 771 namen de Moren het gezag over en gaven de stad de naam Marbilha. Tijdens de Arabische heerschappij ontwikkelde Marbella zich tot een bloeiende en prachtige stad. Behouden gebleven uit deze periode zijn nog de overblijfselen van een burcht en twee verdedigingstorens. In de tijd dat de plaats werd terugveroverd, nam de katholieke koning in 1485 het gebied van Marbella over.
Bezienswaardigheden
- Sporthaven Puerto Banús: Zes kilometer van Marbella ligt deze beroemde jachthaven, die tot het nationale centrum van toeristische interesses is verklaard. Jaarlijks wordt het door meer dan vier miljoen mensen bezocht en het heeft meer dan 915 aanlegsteigers, waar sommige van de meest luxe schepen ter wereld aanmeren.
- Het oude centrum: Het oude centrum van Marbella heeft een bijzondere charme en betovering. Tijdens een wandeling kun je de kerk, de sinaasappelplaats “Plaza de los Naranjos” en de burchtruïnes, die nog uit de Arabische tijd stammen, bekijken en in een van de vele tapasbars deze specialiteiten proeven.
- Romeinse ruïnes: In het stadsdeel San Pedro kun je antieke mozaïeken en thermale baden vinden, evenals de overblijfselen van een vroegchristelijke basiliek Vega del Mar uit de 4e eeuw.
- Andere leuke uitstapjes: De stad biedt het museum voor moderne Spaanse grafische kunst, het Bonsai-museum, het Ralli-museum, het museum Cortijo Miraflores, de hoofdkerk Ntra. Sra. de la Encarnación, het gemeentehuis en de bedevaartskapel Ermita de Santiago. Uitstapjes naar de nabijgelegen Sierra, zoals bijvoorbeeld naar Ojén of naar de Refugio del Juanar, zijn zeer aan te raden.
Granada
Granada is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en met ongeveer 250.000 inwoners een van de grootste steden van Andalusië. Het is ook de derde grootste universiteitsstad van Spanje. Gelegen aan de voet van de Sierra Nevada, waarvan de hoogste top tot 3500 meter reikt, onderscheidt de stad zich door uitzonderlijke bouwwerken, vergezichten en een oriëntaalse flair. De hoofdattractie van de stad is het Alhambra en de tuinen van de Generalife, een indrukwekkend paleiscomplex van de voormalige Nasriden sultan. Elke wijk in deze stad heeft zijn eigen charme en bezienswaardigheden. Het Albaicín met Moors karakter, de markt en de tapasbars, het centrum met de historische monumenten en tenslotte de universiteitswijk met vele bars en stadsleven. Tip: bekijk ook onze blog met de 9 leukste activiteiten in Granada.
Geschiedenis
In 1916 zijn archeologische ontdekkingen gedaan die wijzen op een kolonisatie van Granada in de bronstijd. Feniciërs, Grieken en Carthagers zagen in Granada, vanwege de dichte ligging tot de Middellandse Zee, een ideale handelsplaats en regeerden tot 550 v.Chr. dit gebied. De Romeinen veroverden de stad en heersten hier tot in de 5e eeuw, ook al speelde het geen wezenlijke rol tijdens de heerschappij van het Romeinse Rijk. Granada wordt gekenmerkt door talrijke historische bewijzen, die al deze bevolkingen achterlieten. In 1013 werd Granada de hoofdstad van het Nasridenrijk en beleefde in de 14e eeuw een wetenschappelijk, cultureel en economisch hoogtepunt. Unieke bouwwerken en terreinen ontstonden, zoals het Alhambra. In 1492 werd Granada door de christelijke heersers terugveroverd en kwam in het bezit van de katholieke koningen. Een luisterrijke tijd in het teken van de renaissance werd ingeleid, waarin vele historische gebouwen ontstonden.
Bezienswaardigheden
- Alhambra: In 1238 in opdracht van koning Al-Hamar gebouwd, is het Alhambra – de rode burcht – het symbool van Granada en een van de fascinerendste historische monumenten in de wereld. Het is door UNESCO tot werelderfgoed verklaard, was tussen de 13e en 14e eeuw zowel paleis als ook citadel, burcht en residentie van de Nasriden sultan, hogere functionarissen van de hofstaat en de elite soldaten. Het Alhambra bestaat uit drie delen: het paleis, de alcazaba, de Medina en het zomerverblijf van de Generalife, alles temidden van een goed onderhouden park en tuin met fonteinen.
- Kathedraal: Kort na de terugverovering van de stad door de katholieke koningen werd in 1505 met de bouw van deze kathedraal begonnen en wordt met haar vijf vleugels als belangrijkste Spaanse bouwwerk van de renaissance beschouwd. Zeer opmerkelijk zijn de hoofdkapel, de zijkapellen en de façade met haar beelden. Ze bevindt zich midden in het hart van de stad.
- Capilla Real: Op instructie van de katholieke koningen in 1505 gebouwde koningsgraf is zeer bezienswaardig en bezit waardevolle verzamelingen van beelden en schilderijen. Ze bevindt zich in het noordelijke deel van de kathedraal en hier liggen de katholieke koningen Isabel, Fernando, Juana en Felipe begraven.
- Wijk Albayzín: Deze Moors gekenmerkte wijk is de oudste van Granada en is met zijn smalle straatjes en wit gekalkte huizen absoluut een bezoek waard. De wijk bevindt zich op een berg van het Alhambra en vanaf Plaza San Miguel Bajo heb je een fantastisch zicht op het paleisgebied en de tuin.
Cordoba
Na Sevilla en Malaga is Cordoba de derde grootste stad in Andalusië en haar oude stadscentrum is in 1994 door UNESCO als werelderfgoed verklaard, nadat de wereldberoemde moskee deze titel al tien jaar had. De stad ligt aan de Guadalquivir, de grootste rivier van Andalusië, en is door haar culturele rijkdom wereldwijd een belangrijke toeristische bestemming geworden. Tegenwoordig is Cordoba een moderne stad, heeft een van de modernste universiteiten van Andalusië en is een belangrijk verkeersknooppunt in de regio. Het klimaat met een gemiddelde temperatuur van 21 graden is mediterraan met milde winters en zeer hete zomermaanden. In de lente en herfst heersen aangename temperaturen en er kunnen enkele regendagen in de koude maanden tussen december en februari zijn.
Geschiedenis
Cordoba was altijd een heel belangrijke stad en ook lange tijd de hoofdstad van Andalusië, de Romeinse provincie Hispania, maar het was in de 10e eeuw tijdens het kalifaat dat ze haar hoogtepunt bereikte en grote macht bezat. In die tijd werden ook de bouwwerkzaamheden aan de moskee, die voor moslims van groot belang was, beëindigd. De stad heeft een beroemde universiteit, een bibliotheek en talrijke scholen, waar de kinderen van arme families onderwezen worden. In 1236 werd Cordoba door de katholieke koning Ferdinand III – de Heilige – terugveroverd. Er werden kerken en kathedralen gebouwd en moslimgebouwen werden getransformeerd naar katholieke, romantische en gotische stijl.
Bezienswaardigheden
- Moskee: De in 786 gebouwde moskee van Cordoba is samen met het oude stadscentrum door UNESCO als werelderfgoed verklaard. Tegenwoordig vertegenwoordigt ze samen met het Alhambra van Granada het belangrijkste gebouw van de Andalusische architectuur. Tijdens het kalifaat van Cordoba vond een uitbreiding van de moskee plaats, waarna ze met haar 23.400 m² nu de op twee na grootste moskee ter wereld is.
- De wijk La Judería: Ten noordwesten van de beroemde moskee van Cordoba ligt de Jodenwijk “La Judería”, gekenmerkt door smalle geplaveide straatjes en met bloemen versierde binnenhofjes. Het was de wijk van de Joodse bevolking van Cordoba tijdens de middeleeuwen en een belangrijk intellectueel centrum. Bezienswaardige plekken zijn de pleinen Plaza Juda Levi, Plaza Cardenal Salazar en het kleine Plaza Maimonides.
- Synagoge: Het gaat om een Hebreeuwse tempel, waar je via de straat los Judios komt. Deze synagoge is de enige overgeblevene in Andalusië en vanwege de inscripties de belangrijkste in Spanje.
- Alcazar: Dit vestigingspaleis werd in 1328 in opdracht van koning Alfonso XI gebouwd. Het bevat indrukwekkende tuinen en je kunt de torens beklimmen waar je kunt genieten van een prachtig uitzicht. Een wandeling op de met sinaasappelbomen gegroeide wegen is een aanrader. Als goede laatste vind je nog de koninklijke baden, het Moorse hof en de aan de muur van het alcazar aangebouwde rijstal.
- Romeinse brug: Als deel van de Via Augusta werd deze brug onder de Romeinse keizer Augustus gebouwd. Zij overspant de rivier Guadalquivir, is 225m lang en bestaat uit 16 ronde bogen. In het midden staat een beeld van de heilige Raphael uit 1651, werk van de beeldhouwer Bernabe Gomez del Rio.
- Ruïnes van Medina Azahara: Ongeveer 8 km buiten Cordoba liggen de archeologische opgravingen van het voormalige paleis Medina Azahara, die onder de nieuwe macht door Abd al-Rahman III gebouwd werd.
- Museum “Torre de Calahorra”: Als je hier een koptelefoon gebruikt, wordt je in de cultuur van Al Andalus ondergedompeld en leer je het karakter, de architectuur, de muziek kennen. Het bezoek duurt ongeveer 1 uur, de mogelijke talen voor de koptelefoon zijn Spaans, Frans, Engels, Duits en Italiaans.
- Koninklijke stallen – Caballerizas Reales: Het gebouw werd in opdracht van koning Felipe II gebouwd en is door UNESCO, naast de Mezquita en de Joodse wijk, tot werelderfgoed verklaard. Het bezoek toont de hengstenstallen, de indoor-arena en de hoofdstal uit de 16e eeuw. Ook kun je iedere woensdag, vrijdag en zaterdag om 21:00 uur en op zon- en feestdagen om 12:00 uur een show zien.
- Viana Palast: Dit is een renaissancepaleis, dat met 12 prachtige binnenhofjes omgeven is. Het gebouw bevat vele kunstwerken en antiquiteiten. Er zijn begeleide rondleidingen die ongeveer 1 uur duren. In de lente, wat de tijd van de binnenhofjes is, is dit een prachtig bezoek en haast een must.
- Casa Andalusi: Als je een Moors huis wilt bezoeken, kun je je hier direct als je binnen bent onderdompelen in de Moorse cultuur. Het huis is heel mooi, met veel details in decoratie. Het bezoek begint in het binnenhof en je zult betoverd raken door de Moorse cultuur met het geluid van het water in de fontein en de achtergrondmuziek. Bij de ingang krijg je een brochure met alle informatie over het bezoek.
- Casa de Sefarad: Dit museum concentreert zich op de Sefardisch-Spaanse traditie (Joods). Door de culturele activiteiten kun je het enorme erfgoed van de Sefardim leren kennen. Dit museum bevindt zich in de Calle de Judios, in het historische centrum van de stad, waar vroeger de Joden leefden. Het huis beschikt over architectonische elementen uit de veertiende eeuw en bevindt zich direct voor de synagoge.
- Casa Patio: Cordoba staat wereldwijd bekend om zijn prachtige binnenhofjes in verschillende kleuren en met veel charme ingericht. Mei is de maand van de “Patios” (binnenhofjes), waarbij een wedstrijd plaatsvindt. De huizen die hieraan deelnemen, decoreren hun binnenhofjes en deze zijn voor het publiek toegankelijk. Als je een typisch binnenhofje wilt zien, bezoek dan zeker deze stad.
